“Ik vind het makkelijker om onzichtbaar te zijn,” zegt ze.
Julia is 14. Ze is de jongste in het gezin van drie meiden. Haar oudste zus, van 17, is onlangs opgenomen. Ze worstelt al jaren met een eetstoornis. Vanaf het begin van Julia’s middelbare school hebben haar ouders hun handen vol aan hun oudste dochter. Het trekt een zware wissel op het gezin.
Wat haar ouders niet in de gaten hebben is dat Julia er zwaar onder lijdt. Ogenschijnlijk gaat het goed met haar. Ze haalt mooie cijfers, ze heeft vriendinnen en ze zorgt dat ze haar ouders niet tot last is. Wat ze niet weten is dat Julia steeds vaker last krijgt van paniekaanvallen, sombere gedachten en buikpijn. Niemand die het ziet, tot op die dag dat de mentor vraagt om na de les even te blijven. Julia schrikt. Ze denkt dat ze iets verkeerds heeft gedaan, maar het enige wat haar mentor doet is vragen hoe het met haar gaat. Echt luisteren, echt kijken naar wie ze voor zich heeft. Julia barst in tranen uit. Ze vertelt alles.
Sinds die dag is er veel veranderd. Julia wordt gezien, ze mag en kan haar verhaal delen en dat maakt al een enorm verschil. Ook durft ze meer met haar vriendinnen te delen en zo komt ze erachter dat ook haar vriendinnen zo hun zorgen hebben.
“Het is fijn om niet meer steeds te doen alsof alles goed gaat.”
Kijk naar onze jongeren, zie ze echt, het maakt zo’n groot verschil.
Het meisje op de foto is niet Julia.