14 jaar is ze.
Vastgelopen.
Ze hoopt na de zomer weer naar school te kunnen. Ze hoopt het, maar ze weet niet of ze het ook durft.
Lot zit al een tijdje thuis. Het begon met subtiel buitensluiten. De groepjes waren toevallig al gevormd, net geen plek meer aan de tafel in de pauze, een aparte groepsapp waar Lot niet in zit.
Meidenvenijn, het komt zo vaak voor. Meiden hebben vaak geen idee wat de impact is van hun gedrag.
Het meisje op de foto is niet Lot
“Ik vind het makkelijker om onzichtbaar te zijn,” zegt ze.
Julia is 14. Ze is de jongste in het gezin van drie meiden. Haar oudste zus, van 17, is onlangs opgenomen. Ze worstelt al jaren met een eetstoornis. Vanaf het begin van Julia’s middelbare school hebben haar ouders hun handen vol aan hun oudste dochter. Het trekt een zware wissel op het gezin.
Mila is 16 en doet dit jaar eindexamen. Ze wil daarna graag iets met dieren gaan doen. Voor Mila zijn dieren heel belangrijk. “Ze zijn er altijd, ze oordelen niet en bij dieren kan ik helemaal mezelf zijn”, zegt ze.
Mila voelt zich vaak eenzaam, haar hoofd zit vol nare gedachten en ze heeft het gevoel dat ze nergens bij hoort. Ze wil anderen niet lastig vallen met haar verhalen, dus ze zit regelmatig alleen op haar kamer.
Sociale settingen, dat vind Noor heel ingewikkeld, vertelt ze me de tweede keer dat ik haar ontmoet.
Ze zit in een leeftijd dat vriendinnen en klasgenoten uitgaan en alcohol drinken. Steeds krijgt ze de vraag om mee te gaan, maar Noor weet niet hoe ze zich dan moet gedragen dus zegt ze maar dat ze niet kan. Ze wil namelijk niet drinken of uitbundig doen, maar eigenlijk wil ze ook van de smoesjes af omdat ze daar last van heeft.
Ga maar eens hardop voorlezen….”Deze zin was de ergste zin die ze op school kon horen.
Was het maar een vraag, dan kon ze nee zeggen. Maar het was geen vraag, het was een opdracht. Hij was docent, zij leerling. Ze was 14, onzeker en bang van hem. Ze deed wat hij haar vroeg.
Geschiedenis was eigenlijk haar lievelingsvak. Die verhalen uit de oudheid, daar kon ze helemaal in meegezogen worden, tenminste, als ze de kans kreeg om op te letten tijdens de les. Ze had alleen één probleem; ze stotterde.
15 was ze, toen haar vader plotseling overleed. Zomaar, van het één op het andere moment. Die ochtend zeiden ze elkaar gedag. “Tot vanavond pap”, zei ze en gaf haar vader een knuffel. “Tot vanavond meisje…” zei haar vader. Maar na dit afscheid kwam er geen ‘tot vanavond’ meer. Dit bleek een afscheid te zijn geweest voor altijd.
Bo is 16 als ze door haar moeder wordt aangemeld. Ik ontvang een schrijnende mail over een meisje dat al jaren vecht tegen haar somberheid, negatief zelfbeeld en paniekaanvallen. Bij de reguliere hulpverlening staat ze op de wachtlijst. Maar Bo kan niet meer wachten. Ze wacht al zo lang. Mijn hulp valt niet onder de reguliere hulpverlening en daarom komen er steeds meer meisjes zoals Bo. Meisjes die niet meer kunnen wachten. Meisjes waar naar geluisterd moet worden.
18 is ze. Ze studeert. Ze heeft een vriend en leuke sociale contacten.
Toch zoekt Loes hulp.
Toen ze nog heel klein was gingen haar ouders scheiden. Dat was erg moeilijk voor Loes. Zowel haar vader, als haar moeder, kreeg een nieuwe relatie. Wennen aan de nieuwe partner, wennen aan een nieuw huis, wennen aan een nieuw pasgeboren broertje, wennen aan de hele situatie en je steeds afvragen; “Maar wat is dan mijn plek?”